De onmisbare elementen van een goed verhaal

Foto van een man in een rolstoel die omringd is door goede verhalen

Van oudsher houden mensen van verhalen. Of het nu gaat om vertellen, luisteren, lezen of schrijven. We zijn dan ook van nature heel goed in staat om goede, overtuigende, meeslepende verhalen te onderscheiden van saaie, niet geloofwaardige vertellingen. Maar wat zij nu de onmisbare elementen van een goed verhaal?

 

Perspectief

Het perspectief dat je kiest is zeer bepalend voor het verhaal. Stel dat je schrijft over de Tweede Wereldoorlog. Kies je ervoor om dit te vertellen vanuit het perspectief van een overlever van Auschwitz? Of kies je juist voor het perspectief van een kampbewaarder? In dit voorbeeld is het evident dat het nogal uitmaakt vanuit wiens perspectief de lezer de gebeurtenissen meebeleeft. Meestal heb je gevoelsmatig een voorkeur voor het ene of het andere perspectief. Vertrouw hierbij op je instinct.

Wanneer je dit perspectief hebt bepaald, is er nog een belangrijke keuze te maken, namelijk voor de vertelvorm:  

  • Kies je voor een ik-vorm, dan zit de lezer dicht op de huid van de verteller. Een nadeel kan zijn dat je als schrijver niets kunt vertellen over dingen die buiten het zicht van de ik-persoon gebeuren.

  • Kies je voor een personaal perspectief, dan schrijf je in de derde persoon. Bij dit perspectief kan de lezer meekijken in het hoofd van het belangrijkste personage en dus zijn of haar gedachten lezen. Toch is er iets meer ruimte om dingen te vertellen die rondom je personage gaande zijn. Je kunt de lezer alleen niet laten meekijken in de hoofden van andere personages (tenzij je voor meervoudig personaal perspectief kiest, waarbij je bijvoorbeeld per hoofdstuk met een ander personage meekijkt).

  • Kies je voor een alwetende verteller, dan kan je als schrijver de lezer meenemen in de gevoelens en gedachten van alle personages. De verteller is immers ‘alwetend’. Deze vertelvorm wordt tegenwoordig niet veel meer gebruikt en kan daardoor ook wat ouderwets overkomen.

  • Een laatste optie is de jij-vorm. Dit komt heel zelden voor en kan al snel wat gekunsteld overkomen. 

Het is handig om al vrij snel te bepalen vanuit wiens perspectief je het verhaal wilt vertellen en in welke vertelvorm, én je hier goed aan te houden. Een fout in perspectief is namelijk al snel gemaakt. En wanneer je op een later moment besluit van vertelvorm te veranderen, levert dit een heleboel werk op. Maar: niets is onmogelijk.

  

Setting

Verhalen kunnen ons op plaatsen brengen waar we nooit zijn geweest en misschien ook nooit komen zullen. Of je als schrijver je verhaal in de ‘gewone’ wereld wilt plaatsen, of misschien wel in een fantasiewereld, denk hier goed over na. Net zoals personages invloed uitoefenen op hun omgeving, kan de omgeving ook zeker invloed uitoefenen op de personages. En ook andere dingen, zoals weersomstandigheden, kunnen een bepaalde sfeer oproepen.

Het is belangrijk dat jij als schrijver weet hoe de ruimtes waarin jouw personages zich bewegen eruitzien. Je kunt enkele voor jou bekende plaatsen in gedachten nemen of deze zelf bedenken. Een handig hulpmiddel om bijvoorbeeld te bepalen hoe de slaapkamer van je personage eruitziet, is je eigen slaapkamer, of die van iemand anders, in gedachten te houden. Andere schrijvers kiezen ervoor een plattegrond te tekenen, of een mood bord.

Dit lijkt misschien wat overdreven, maar dat is het zeker niet. Wanneer jij als schrijver goed weet waar je verhaal zich afspeelt, maakt het alles wat je vertelt vrijwel direct geloofwaardiger. Je beweegt je immers ook in het echt zelfverzekerder door een ruimte die je goed kent.

Maar let op! Het is niet de bedoeling dat je al jouw kennis over de omgeving op de pagina’s spuit. In het voorbeeld van de slaapkamer: het is voor de lezer alleen belangrijk om te weten van welke stof de kussens zijn gemaakt, als dit gegeven ook daadwerkelijk een rol speelt in het verhaal.

 

De eerste belangrijke gebeurtenis

Wat in jargon een inciting incident wordt genoemd, houdt zoiets in als een belangrijke gebeurtenis die het verhaal in gang zet. Deze gebeurtenis moet van grote invloed zijn op het leven van het hoofdpersonage. In een thriller gaat het vaak om een moord. In een romantisch verhaal kan het bijvoorbeeld gaan om het verlies van een baan. 

Waar je ook voor kiest, de gebeurtenis moet de boel flink op zijn kop zetten. Meer heroïsch wordt dit ook wel een call to adventure genoemd. Deze gebeurtenis vindt meestal in de eerste paar hoofdstukken plaats en geeft de lezer een idee waar het verhaal over gaat. Ook geeft het belangrijke informatie over de hoofdpersoon, want de manier waarop hij of zij op deze gebeurtenis reageert, is veelzeggend over het karakter.

 

Het grote streven

Het inciting incident zet iets in gang. Het gewone leven is op zijn kop gezet, wat nu? Vaak leidt dit ertoe dat de hoofdpersoon iets wil. Hij of zij wil iets bereiken, iets hebben, iets (of iemand?) veroveren. Dit wordt ook wel het grote streven genoemd. Natuurlijk moeten er wat obstakels opgeworpen worden om de spanning op te voeren. Zal het hem lukken? 

Wat het grote streven ook is, het zal de lezer alleen iets kunnen schelen of het personage zijn doel bereikt, als hij of zij ook iets om het personage geeft. Een ander belangrijk vereiste om de aandacht van de lezer vast te houden, is dat je personage tijdens dit grote streven een ontwikkeling doormaakt.

In wezen moet elk personage in een verhaal een eigen doel hebben. Dit hoeft niet allemaal helemaal uitgeschreven te worden, maar je verhaal wordt er wel rijker van als je als schrijver globaal weet welke belangen er allemaal op het spel staan. En het verhaal wordt natuurlijk pas echt interessant als een aantal van die belangen met elkaar conflicteren.

Wanneer je tijdens het schrijven de draad kwijtraakt en niet meer weet waar het heen moet, ga dan terug naar de basis. Wat willen de personages en wat zijn de acties die ze ondernemen om dit te bereiken? Wanneer je dit eenmaal weer scherp hebt, zul je als vanzelf zien hoe het verhaal verder moet.

 

De sterke en zwakke eigenschappen van de hoofdpersoon

Terwijl de hoofdpersoon, of protagonist, de obstakels die je als schrijver voor zijn voeten werpt probeert te overwinnen, maakt hij gebruik van zijn sterke eigenschappen. Maar hij moet ook zijn eigen zwaktes onder ogen zien. Vaak zijn de zwakke eigenschappen (roekeloosheid, egocentrisme) tegenovergesteld aan de sterktes van het personage (moed, zelfvertrouwen).

Personages worden gedefinieerd door hoe zij hun sterke karaktereigenschappen inzetten om te krijgen wat zij willen, en door de manier waarop zij hun eigen zwaktes overwinnen. Door de keuzes die zij in het belang van hun grote streven maken, leert de lezer hen goed kennen. En dit is noodzakelijk, want zoals gezegd, de lezer zal het alleen iets kunnen schelen of de protagonist in zijn grote streven slaagt, als hij of zij om het personage geeft. Dit laatste is vrijwel onmogelijk zonder het personage te kennen.

 

De climax

Uiteindelijk moet de protagonist alles wat hij of zij geleerd heeft inzetten om het allergrootste obstakel van allemaal te overwinnen. Dit wordt de climax genoemd en vaak wordt dit voorafgegaan door een fase waarin alle hoop verloren lijkt te zijn; een dieptepunt.  

Let wel, alle obstakels, tot en met het laatste grote obstakel aan toe, kunnen externe factoren zijn, maar de strijd kan zich evengoed volledig intern – in de geest van het hoofdpersonage – afspelen.

De protagonist zal misschien krijgen wat hij wil, of misschien ook niet. Maar hij zal er hoe dan ook uitkomen als een veranderd mens. En als je het personage aansprekend genoeg gemaakt hebt, de setting overtuigend genoeg en de obstakels spannend genoeg, dan zal de lezer alles hebben meebeleefd. En ervan hebben genoten!

 

Gratis online videocursus roman schrijven

Leer stap voor stap hoe je een roman schrijft. Laagdrempelig, overal toegankelijk en helemaal gratis.

Meer informatie

Schrijfplaats nieuwsbrief

Ik stuur regelmatig een nieuwsbrief met schrijftips, nieuwtjes uit mijn schrijversleven of gewoon over dingen die me bezighouden.